Grammatica zinsontleding

Je hebt 12 van de 15 vragen goed beantwoord.
Your score was: 80 %

Bekijk hieronder je niveau:

14 of 15 goede antwoorden hbo, wo (C1)
Taalniveau 4F
12 of 13 goede antwoorden bovenbouw havo/vwo en mbo niveau 4 (B2)
Taalniveau 3F
10 of 11 goede antwoorden onder-/middenbouw havo/vwo, bovenbouw vmbo, mbo niveau 3 (B1)
Taalniveau 2F
8 of 9 goede antwoorden vmbo 1e en 2e jaar (A2)
Taalniveau 1F/2F
7 of minder goede antwoorden onvoldoende
Taalniveau 1F

De uitslag van deze test geeft je een indicatie van het niveau waarop je dit onderdeel van de Nederlandse taal beheerst.

 

Antwoorden

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Geef van de vetgedrukte woorden aan welk zinsdeel ze zijn.

1. Die film werd door die recensent goed beoordeeld.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

2. Die film werd door die recensent goed beoordeeld.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

3. Die film werd door die recensent goed beoordeeld.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

4. Een regisseur is blij met een positieve recensie.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

5. Neem jij die recensie de volgende keer voor mij mee?

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

6. Neem jij die recensie de volgende keer voor mij mee?

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

7. Neem jij die recensie de volgende keer voor mij mee?

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

8. Neem jij die recensie de volgende keer voor mij mee?

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

9. Neem jij die recensie de volgende keer voor mij mee?

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

10. Goede recensies zijn belangrijk.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

11. Goede recensies zijn belangrijk.

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

12. Goede recensies zijn belangrijk.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

13. ’s Winters bezoekt Ingeborg vaak een bioscoop.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

14. ’s Winters bezoekt Ingeborg vaak een bioscoop.

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

15. ’s Winters bezoekt Ingeborg vaak een bioscoop.

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling