Grammatica zinsontleding

Je hebt 13 van de 15 vragen goed beantwoord.
Your score was: 87 %

Bekijk hieronder je niveau:

14 of 15 goede antwoorden hbo, wo (C1)
Taalniveau 4F
12 of 13 goede antwoorden bovenbouw havo/vwo en mbo niveau 4 (B2)
Taalniveau 3F
10 of 11 goede antwoorden onder-/middenbouw havo/vwo, bovenbouw vmbo, mbo niveau 3 (B1)
Taalniveau 2F
8 of 9 goede antwoorden vmbo 1e en 2e jaar (A2)
Taalniveau 1F/2F
7 of minder goede antwoorden onvoldoende
Taalniveau 1F

De uitslag van deze test geeft je een indicatie van het niveau waarop je dit onderdeel van de Nederlandse taal beheerst.

 

Antwoorden

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

1. Weet u al wanneer hij zijn nieuwe voorstel komt presenteren?

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

Feedback:

Een uitgebreide uitleg staat in het boek ‘Vlekkeloos Nederlands voor iedereen’ (via deze site direct te bestellen bij bol.com). Dit boek bevat zes hoofdstukken met theorie, testen en antwoorden bij de testen. Het is een praktisch naslagwerk en heel geschikt voor zelfstudie.

meewerkend voorwerp

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

2. Weet u al wanneer hij zijn nieuwe voorstel komt presenteren?

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

3. Weet u al wanneer hij zijn nieuwe voorstel komt presenteren?

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

4. De Britse premier sprak in Brussel zijn veto uit.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

5. De Britse premier sprak in Brussel zijn veto uit.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

6. 'Het is niet in ons belang tegen te stemmen', zei onze minister-president na de top.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

7. 'Het is niet in ons belang tegen te stemmen', zei onze minister-president na de top.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

8. “Kunt u ons uitleggen hoe dat nu precies zit?”, vroeg een student aan zijn docent.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

9. Wie dit bedacht heeft, moet wel creatief zijn.

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

10. Wie dit bedacht heeft, moet wel creatief zijn.

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

11. Wie dit bedacht heeft, moet wel creatief zijn.

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

bijvoeglijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

bijvoeglijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

12. Het voorstel van de directeur werd met gejuich ontvangen.

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

bijvoeglijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

bijvoeglijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

13. Het voorstel van de directeur werd met gejuich ontvangen.

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

bijwoordelijke bepaling

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

14. Weet jij of dat nieuwe kopieerapparaat al aangesloten is.

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

15. Ga jij hem dat rapport over brandpreventie nog sturen?

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling